Asperge
De asperge behoort tot de familie van de lelieachtigen, net als de knoflook en prei. De asperge is in feite een plantenstengel zonder blad. Het is een meerjarig gewas, dat doorgaans 10 tot 12 jaar op hetzelfde perceel blijft staan. De bovengrondse plant sterft af in de herfst, maar de ondergrondse delen overwinteren en vormen in de lente nieuwe uitlopers waarna een nieuw seizoen kan beginnen. Naast de bekende witte en groene asperges bestaat er ook een paars ras.
Vers
In het aspergeseizoen vind je de meest verse asperges in de schappen.
Let er bij het kopen van asperges op dat ze bijvoorbeeld geen gespleten uiteindes hebben. Asperges zijn écht vers als ze licht glanzen, de asperges meegeven wanneer je erop drukt en piepen wanneer je ze tegen elkaar wrijft.
Teelt & oogst
Aspergeplanten worden in de eerste instantie geteeld uit zaad. Dit wordt meestal gedaan bij plantenkwekers. Na een jaar worden de planten hiervan gerooid en de dan 1-jarige planten worden geplant in de typische aspergebedden. De zandheuveltjes die over de aspergeplanten worden geploegd zijn zo'n 30 cm hoog en zorgen ervoor dat de asperges makkelijker groeien en beter kunnen worden afgestoken. Hoe warmer het in 'het bed' wordt, hoe sneller de asperges groeien. In de bedden worden de asperges met een speciaal mes eruit gestoken.
De witte asperges zijn onder de grond gegroeid en uit het licht gehouden, de groene asperges hebben wel de zon gezien. Het officiële aspergeseizoen loopt van half april t/m Sint Jan, op 24 juni; dan kan er in de open lucht geoogst worden. Het seizoen wordt tegenwoordig vervroegd door asperges in tunnels of kassen te telen. De oogstcyclus binnen één jaar:
•Winterperiode: de plant is in rust
•Voorjaarsperiode: er wordt geoogst
•24 juni (Sint Jan) is een richtlijn waarna er vaak geen oogst meer is: het groene loof zorgt voor aanmaak van voedingsstoffen in de wortelstok
•Rond 1 december: afsterven van het loof